Behandelindicaties baby's

A-symmetrische zuigeling, voorkeurshouding
De schedel van een baby is tijdens de eerste levensmaanden zacht. Slaap- en speelhoudingen kunnen invloed uitoefenen op de vorm van het hoofdje. Het is daarom wenselijk dat een baby in afwisselende houdingen slaapt en speelt. Hierdoor kan (gedeeltelijk) worden voorkomen dat een baby een voorkeurshouding ontwikkelt. Met voorkeurshouding wordt bedoeld dat de baby het hoofd bijna altijd naar één kant gedraaid houdt, meestal naar rechts. Niet alleen als hij slaapt, maar vaak ook als hij wakker is. Een sterke voorkeurshouding kan ertoe leiden dat het hoofdje aan één kant een afplatting krijgt. Als gevolg van een afplatting kan het hele lichaam te veel in dezelfde houding gaan liggen. Dat kan de motorische ontwikkeling van het kind nadelig beïnvloeden. Een voorkeurshouding kan soms ook leiden tot een afplatting van het achterhoofd.

Bewegingsangst
Tijdens de motorische ontwikkeling kan het zo zijn dat kinderen minder vaardigheden ontdekken op basis van angst. Vaak wordt dit niet meteen duidelijk. Kinderen geven niet altijd aan dat ze bang zijn om iets te doen, maar doen dit gewoon niet. Omdat ze het spelen in een speeltuin bijvoorbeeld moeilijk vinden of zien dat leeftijdsgenootjes iets wel kunnen, kan het zo zijn dat ze vermijdingsgedrag gaan vertonen of verbloemen. De rol van een kinderfysiotherapeut kan hierbij van meerwaarde zijn om uit te zoeken waar deze angst vandaan komt. Vervolgens wordt bekeken welke vaardigheden het kind kan. Van hieruit wordt gestart, waarbij het hebben van plezier in het bewegen de boventoon voert.

Billenschuiver
Een billenschuiver is een kind dat zich gedurende een periode van zijn ontwikkeling zittend op de billen voortbeweegt. Het kind maakt hierbij gebruik van de benen en één of beide handen. Het billenschuiven gebeurt in de meeste gevallen in plaats van het kruipen. Billenschuiven wordt over het algemeen gezien bij kinderen die zich verder normaal motorisch ontwikkelen, en soms bij kinderen met een pathologie. De vormen die voorkomen van billenschuiven, zijn de volgenden: zittend op beide billen met de benen in kleermakerszit, zittend op beide billen met de benen licht gebogen, zittend op beide billen met het ene been gebogen en het andere been gestrekt of zittend op een bil met beide benen in kleermakerszit.

Motorische ontwikkelingsachterstand
De motorische ontwikkeling van kinderen verschilt. De één zal zich sneller ontwikkelen dan de ander. Onder motoriek wordt verstaan het geheel aan bewegingen en bewegingspatronen, dat je in staat stelt je lichaam te bewegen, te gebruiken en voort te bewegen. Om de wereld om je heen te kunnen ontdekken moet je je kunnen bewegen, je moet dingen kunnen pakken en kunnen vasthouden, je moet je kunnen gaan verplaatsen en kunnen aftasten. Maar ook de ontwikkeling van spraak en het uiten van emoties vraagt om motoriek. Problemen met de motoriek hebben dan ook een grote invloed op de ontwikkeling van het kind. Het kan zijn dat er een oorzaak aan ten grondslag ligt, waardoor een kind een motorische achterstand heeft.


Plagiocephalometrie
Plagiocephalometrie (PCM) is een betrouwbare meetmethode om de mate van scheefheid van het hoofdje makkelijk vast te kunnen stellen. Er wordt een thermoplast bandje warm gemaakt, waarmee een nauwkeurige afdruk wordt gemaakt van het hoofdje van de grootste omtrek. Het thermoplast bandje wordt hard, vervolgens wordt een kopie gemaakt van deze afdruk en worden er berekeningen gemaakt die de mate van scheefheid aangeven. Op deze manier wordt bepaald of de mate van afplatting binnen de norm ligt. Bij herhaalde metingen kan PCM informatie geven over het natuurlijk beloop.